Even verdwijnen

Op een middag zat de eekhoorn na te denken in het weiland langs de rivier. Hij leunde op een van zijn ellebogen en lag gedeeltelijk op zijn staart, gedeeltelijk op het gras, terwijl om hem heen boterbloemen, klavers en madeliefjes bloeiden.

Hij dacht over van alles na. De zon scheen en hij keek, al nadenkend, naar het glinsterend water. Soms vloog de reiger voorbij en zag hij een schaduw over het water glijden.

Plotseling was het alsof hij wakker schrok, maar hij wist niet of hij had geslapen. Hij herinnerde zich wel dat de rivier tegen hem had gesproken en had gezegd dat hij maar eens honderd jaar moest gaan slapen en dat ze dan wel verder zouden zien. Dat had hij erg lang gevonden.

‘Au!’ riep hij.
‘Ja,’ zei de wesp. ‘Je stond op mijn vleugel.’
‘Maar ik sliep!’ zei de eekhoorn, hoewel hij dat niet
helemaal zeker wist.
‘Nou en? Vind je dat dat iets uitmaakt?’
‘Maar ik lag stil…’
‘Nou en?’ Als er op mijn vleugel wordt gestaan dan kan het mij niet schelen hoe of wat. Voor mijn part staat er lucht op, of licht of niks, maar ik voel het. En dan steek ik. En voor mijn part steek ik in de lucht of tegen het licht in of in het niks, maar ik steek!’
De wesp viel achterover van het gewicht van zijn woorden, maar stond snel weer op.
‘Dus zodoende,’ zei hij.

Sinds ik schrijfcafés organiseer staan de boeken niet alleen in de kast. Schijnbaar willekeurige stapels belanden op tafel en maken plaats voor nieuwe. Toon Tellegen kwam uit de kast ter inspiratie voor N – ze schrijft een sprookje over een huismus en een nijlgans – en ligt vervolgens vier weken op tafel tot het volgende schrijfcafé.
Ideaal. Zonder mij te hoeven verplaatsen, verdwijn ik af en toe even in een andere wereld. En met de korte verhalen uit Misschien wisten zij alles is dat direct bij de eerste zin.

Van een heel ander genre is De goede zoon, waar Rob van Essen onlangs de Libris Literatuurprijs mee won. De openingsscène is geniaal én hilarisch: ‘Ik had vandaag ruzie bij de kassa van de Albert Heijn in de Rijnstraat. Bijna ruzie, niet eens echt. De vrouw achter mij zette haar boodschappen al op de band toen ik nog bezig was mijn boodschappen op de band te
zetten. Ik…’


 


 


 

Schrijf- en leestip: Vul bovenstaande zin aan tot een korte
scène. En lees boeken ☺
Schrijfwerk Marleen Bos