Tijd niet gezien

‘Hoe gaat het met je gozer. Ik heb je een tijd niet gezien. Wil je wat drinken? Wijntje? Pilsje? Weet je wat, het is al laat op deze laatste avond van het jaar. Laten we een Duvel nemen. Kom, we delen hem samen. We kunnen er beiden niet zo goed meer tegen. Dat was ooit anders, weet je nog? Twintig jaar geleden maakten we elke kroeg onveilig. We dronken ons een weg door deze stad. We oreerden uren aan togen over onze muzikale voorkeuren en over de vrouwen die wij lief hadden. Wij vierden het leven. De nacht was onze beste vriend. Laten we klinken op vroegere tijden. Toen was alles beter, mooier, liever, gezelliger. Volgens mij rook Pernis zelfs naar lavendel’.

‘Je ziet er een stuk ouder uit. De groeven in je gezicht zijn grijs gedraaid. Als ik je zo hoor dan blijft de naald hangen in een nummer van Tom Waits. Melancholisch, maar ook een beetje melodramatisch. Je ogen zijn gewond. Ze staren mij apathisch aan. Ze lijken leeg. Je hoofd is daarentegen gevuld met pijnlijke liedjes. Voor elk gevoel is er wel één. Massive Attack, Nina Simone, Gainsbourg, Lou Reed, Frank Sinatra… Je mag dan wel in de nazomer van je leven terecht zijn gekomen, maar er is nog zoveel te bewonderen. Er is nog zoveel om van te genieten. Weet je, als ik eraan terug denk was het verleden ook niet altijd zaligmakend. Sterker, nog…ik kan mij er bijna niets meer van herinneren. Ja, gabberhouse, fleece truien, Forrest Gump, een internet inbelverbinding en Jenna Jameson. Dat waren echt hoogtepunten.’

‘Beloof je mij dat je het komende jaar er iets moois van gaat maken? Laat de Bourgondiër in je los. Dans als Fred Astaire op Miley Cyrus, Sia en Dua Lipa. Mijdt mislukte muzikanten, barschreeuwers en kunstpredikers. Laat die levenslustige romanticus weer in je tot leven komen. Tik je rusteloze ziel tot bloedens toe leeg op je toetsenbord en sla het op. Vertel je vele mooie vrienden over al je passies en over je verlangens. Laat je ogen weer stralen! Kom op maat, we proosten nog éénmaal op het verleden. Het is nog nét voor twaalven, zullen we nog zo’n duivelse rakker nemen? À notre santé!’

Het is middernacht. Ik proost met mijn glas hard tegen
de spiegel. Een paar scherven belanden op de grond.
Het is 2019. Het wordt een mooi jaar.
Jan den Boer