Vergeef mij de Honda

 Nog drie keer rijden en mijn tank is leeg

Ik was op de rode Honda Dax naar Gent, met fotografe Pien achterop de zachte zit. Het regende en mijn witte integraal glom van druppels, zij hield me beet alsof ik de tofste man op aarde was. Haar vingers speels in mijn kruis werd het een prettige rit.

Terwijl we Oudburg inreden stond HB voor zijn loft te wachten. Onder een luifel rookte hij een lichte sigaret, nerveus als een veroordeelde met zijn laatste Bastos voor het vuurpeloton. Zijn linkerarm om zijn muze LVH (LoVe Her), die zijn nek kuste. Zij had niets op met twee landgenoten op een Dax in de regen die haar amant kwamen aftroggelen voor een beftijdverslindend interview.

Iets later zaten Herman en ik op een Douglas vierzitsbank. LVH mokte aan de Fenice design eettafel van gefineerd eiken en walnoothout. Zij moest haar muil houden. Pien liep rond en knipte foto’s waarop twee langharige klootzakken model speelden.

HB is een belangrijk schrijver en antwoordde vol aandacht op intelligente vragen, met spitse vondsten en geestig inzicht. Matthijs van Nieuwkerk zou er een voorbeeld aan nemen, en Eva Jinek mocht smeken op haar knieën hier twee hoogtepunten aan te mogen zuigen. Antwoorden vloeiden na vragen naadloos over in nieuwe vragen. De wereldproblematiek werd eenvoudig en met drie monolithische woorden van tafel (type Dolfijn, vierkant, houten Venetiaanse lagune met glas) geveegd. HB sprak sneller staccato dan rapper Rebel XD, ik noteerde moeiteloos.

Pien klikte tussentijds dat het een aard had, en toen zij steels een plaatje schoot van de mokkende, nietsvermoedende LVH, lachten Herman en ik ons lid uit het gelid. Na interviews met onbekende tv-media vond HB, gelukkiger dan Paul de Leeuw met een Jamón Andorrano, schrijflustiger dan Vestdijk, dat de bromfiets, en zeker de blauwe Honda Dax, het meest blitse vervoermiddel ooit was. Hoewel, motoren en dan zeker de Triumph, die mochten er ook zijn.

Als bij toeval verkocht hij de op 17-jarige leeftijd in 1974 van zijn ouders cadeau gekregen Dax later aan een buurmeisje uit Hamme, dat lesbisch bleek. Ook zij versierde toen veel meisjes in het oninteressante gat dat Hamme was, of het moest het hare zijn. Haar preut was nog niet droog gewaaid in de Oost-Vlaamse zeewind of een vriendin had hem alweer nat gelikt.

‘Brommer rijden is van een ontspannende bezigheid,’ redeneerde HB, en hij noemde alle voordelen van het Gents verkeer rond de kerk op: ‘Je kunt er niet verdwalen, zolang je de toren ziet en de namen van alle kroegen bekend voorkomen.’ Hoewel jaren gestopt met drinken is het café nog altijd van een niet te onderschatten belang in zijn optiek en romans.

Naast brommer rijden en meisjes onderweg de rok afstropen heeft HB eenmaal een ongeluk gehad. Een andere bromfiets, bestuurd door mejuffrouw Anja Smakenbol, met achterop bestelautochauffeur Joris Van Der Rivière, ramde de schrijver eens van links. Daarbij had HB alleen maar wat pijn aan zijn penis, die overigens dateerde van een lustrum eerder, toen zijn verloofde, de negervrouw Remia, haar neusgat over zijn eikel had geduwd.

Later op de redactie van Bromfiets concludeerden Pien en ik dat we mooie, foto’s hadden en een fijn verhaal. De Dax bleek groot genoeg voor al onze plannen.

Tekst column: Peter Joore
Fotografie column: Pien Meppelink